De Europese kampioenschappen judo -18 jaar in Riga zitten er op. De Nederlandse ploeg die met zeven judoka’s naar de Letse hoofdstad was afgereisd slaagde er niet in om een medaille te veroveren. Wij spraken met hoofdcoach talentontwikkeling Chiel Willems over het verloop van het Europese titeltoernooi
Een vijfde plaats van Julie Beurskens was het beste resultaat van de Nederlandse ploeg waardoor er geen Nederlandse judoka het podium mocht betreden. “Ten eerste is het vooral jammer voor de judoka’s dat ze geen medaille hebben gewonnen. We hadden niet verwacht dat we met zeven medailles terug naar huis zouden keren, maar het uiteindelijke resultaat is erg jammer.”, begint Chiel Willems.
Verstoorde voorbereiding
Door de coronamaatregelen werd de voorbereiding op het EK ernstig verstoord. Dit heeft ook zeker invloed gehad op de verrichtingen op dit EK geeft de hoofdcoach talentonwikkeling aan. “Iedereen heeft in bepaalde mate last gehad van de maatregelen omtrent corona. Nadat ik ook wat collega’s van andere landen gesproken heb, weten we dat we laat begonnen zijn met het hervatten van de trainingen. Er zijn landen die langer hebben doorgetraind en of eerder zijn begonnen dan wij. Daardoor lijken we achter te liggen op verschillende andere landen. Deels heeft dat met trainingen te maken en daardoor ontbrak scherpte. Maar ook dat we vanwege de trainingen buiten noodgedwongen op motorische vaardigheden en beweegontwikkeling hebben moeten trainen. Hierdoor lijkt het erop dat het judo specifieke, het pakkingsgevecht, scherpte op de mat en de veelzijdigheid aan technieken, minder is dan andere jaren op de EK.”
In Nederland heeft de jeugd tot eind mei / begin juni niet binnen kunnen trainen. Ook wedstrijden waren niet toegestaan. Ook dat heeft zeker invloed gehad op dit EK ligt Willems toe. “We hebben twee toernooien kunnen draaien één in Teplice en één in Boekarest. We hebben er bewust voor gekozen om bij één toernooi met een grote herengroep af te reizen en bij het andere toernooi met een grote damesgroep. Terwijl andere landen drie of meer internationale toernooien hebben gedraaid en ook in eigen land wedstrijden hebben kunnen organiseren. Dat was voor ons met de geldende maatregelen niet mogelijk. We hebben getracht dat met een trainingstoernooi op Papendal, gecombineerd met een training na te bootsen. Daarin lig je achter op verschillende landen. Waarschijnlijk heeft iedereen last gehad van de beperkingen maar wij misschien wel wat meer dan anderen. Nogmaals, er zullen ook landen geweest zijn die in hetzelfde schuitje hebben gezeten en het toch beter dan ons hebben gedaan. Het is een wake-up call. Het ontwikkelen is ontzettend belangrijk en ook dat we onze judoka’s wedstrijdgericht moeten gaan ontwikkelen.
Een ander punt is dat bij deze leeftijdsgroep vaak judoka’s in het begin nog wat moeten wennen aan het internationale circuit. Het is een eerste internationale uitzending. Normaal zie je dat dit in de loop van het jaar na het draaien van meerdere toernooien en trainingsstages steeds beter gaat. Nu is het vanwege het coronavirus een soort sprint geweest naar de EK en dat is iets tekort gebleken.
Kleine selectie
Aan het Europees kampioenschap namen minder Nederlandse judoka’s deel dan normaal. Een lastige keuze ging daaraan vooraf geeft Willems aan. “Samen met de regiotrainers zijn daarin verschillende afwegingen gemaakt. We hebben daar ook echt lang over gedaan omdat we op twee gedachten aan het hinken waren. Gaan we selecteren zoals we dat altijd hebben gedaan en het benaderen als een titeltoernooi (daarvoor moet je je volgens het talentprofiel kwalificeren). Of gaan we het benaderen als een ontwikkeltoernooi en daarbij een grotere groep de kans geven in actie te komen. Maar ook met een grote kans, dat als men het niveau niet heeft het een grote desillusie oplevert. We hebben gekozen voor het eerste scenario waarbij we het EK toch als titeltoernooi benaderen en daarmee een kleinere groep afvaardigen wat natuurlijk ook betekent dat je minder kans hebt op medailles.”
In tegenstelling tot de European Cups werden de atleten op de EK in Riga wel gecoacht door hun eigen clubcoaches. Dit was een bewuste keuze volgens Willems. “Bij de European Cups was het niet mogelijk om alle trainers mee te sturen vanwege een quotum op het aantal coaches. Door nu wel de judoka’s te laten coachen door hun eigen clubtrainer wilden we zorgen dat de begeleiding zo optimaal en vertrouwd mogelijk was.”
De komende periode wordt er veel aandacht gegeven aan het ontwikkelen van de judoka’s en in contact komen met de talentpartners. “Vanaf 1 augustus is er een nieuwe talentonwikkeling structuur geïmplementeerd. De clubs hebben meer verantwoordelijk gekregen en dan met name de talentpartners. De komende tijd gaan de regiotrainers langs bij talentpartners om daar te kijken hoe er getraind wordt en om in gesprek te gaan met de coaches die dagelijks werken met de judoka’s. Ik denk dat de eerste stap is om zicht te krijgen op deze groep die we anderhalf jaar niet tot nauwelijks gezien hebben. Samen met een goede evaluatie met alle betrokkenen uiteraard. Daarnaast zijn we aan kijken of we in het najaar voor een grotere groep -18 judoka’s nog een geschikt internationaal toernooi en trainingsstage kunnen vinden. Waarbij we een boost willen geven aan de ontwikkeling van judoka’s.”
Judo Bond Nederland (JBN) heeft passie voor aikido, jiujitsu en judo en gelooft in de verbindende kracht van deze disciplines, die mens en samenleving versterken.