Professionele begeleiding en duidelijke spelregels zorgen voor een veiliger wedstrijdklimaat en sportplezier voor de nieuwe scheidsrechters
In zijn eerste periode was Olav actief op judotoernooien in zijn buurt. In zijn tweede periode aanvankelijk als clubcoach; de laatste jaren als opleider en begeleider. Onderstaand deelt Olav zijn persoonlijke ervaringen en advies.
Wanneer en waar maakte je voor het eerst kennis met de judosport?
“Midden Jaren zeventig toen ik in Bleiswijk ging wonen was er op Koninginnedag een demonstratie van een aantal sportclubs in het dorp. Samen met de overbuurjongens en mijn broer ben ik vervolgens bij Judoschool Neels en Leunis gaan Judoën.”
Wat was jij toen voor een type judoka? “Van origine ben ik een mix tussen een technisch- en wedstrijdgerichte judoka. Ik nam destijds alleen deel aan die toernooien waar ik zelf naar toe kon fietsen. Je kwam toen nog met zijn allen in de ochtend bij het judotoernooi aan en je werd pas na de weging ingedeeld. Dat was nog wel eens uren wachten!”
Ben je sindsdien altijd blijven judoën?
“Neen, op mijn zestiende kreeg ik de kans de opleiding tot assistent verenigingsinstructeur te volgen bij het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond (KNWV). Het zeilen kwam toen in plaats van het judo. Later ben ik ook verenigingsinstructeur en beoordelingsgemachtigde geworden in de zeilsport.”
Wanneer kwam het judogevoel weer boven? “Dit kwam bij mij weer boven toen ik begin deze eeuw met mijn gezin in Assen ging wonen. Eerst ging ik mee als coach voor Budovereniging Asahi, zowel voor eigen als andere kinderen die op dat toernooi kwamen judoën. Later, toen ik een meer regionale functie kreeg, ben ik ook zelf weer de judomat opgestapt.”
Wat bepaalde je keuze voor judo arbitrage?
“Op een van de vele toernooien in het district Noord Nederland, waar ik dus als coach actief was, zei Jan Gietema eens tegen mij; “Als je er dichter op wil staan, dan moet je scheids worden”. Dat heb ik dus gedaan en in 2009 ben ik clubscheidsrechter geworden.”
Hoe verliep voor jou die route in de praktijk? “In 2010 werd ik 3C scheidsrechter. Ondertussen ben ik Judoscheidsrechter niveau 3A. De begeleiding naar de hogere niveaus was goed. Wat je wel ziet is dat de begeleiding voor cursisten en nieuwe scheidsrechters de afgelopen jaren behoorlijk is geprofessionaliseerd. Overigens zijn de regels van het judospel in die zelfde periode ook sterk geëvolueerd. Deze zijn behalve veiliger en duidelijker ook eenvoudiger geworden.”
Aan welke persoonlijke eigenschappen dient een scheidsrechter te voldoen?
“Een scheidsrechter moet stevig in zijn schoenen staan, daarnaast dient hij/zij vooral te beschikken over de nodige rust, concentratie en overzicht. Ook moet je in staat zijn kritiek te accepteren en je willen ontwikkelen.”
Je bent nu lid van het DSCJ, wat is daarin je taak? “Toen ik werd gevraagd het DSCJ te komen versterken heb ik afgesproken, dat ik mij in eerste instantie zou gaan bezig houden met het begeleiden en opleiden van de jeugdige scheidsrechters. De begeleiding van scheidsrechters gebeurt op basis van het waterval principe. Dat wil zeggen dat de scheidsrechters met een hogere licentie hun kennis en kunde overdragen naar de collega scheidsrechters waarmee ze op de judomat staan.”
Vraagt het begeleiden van jonge scheidsrechters nog een bepaalde aanpak? “De kunst van het begeleiden is om telkens kleine, haalbare leerdoelen aan te stippen en ervoor te zorgen dat de jongere scheidsrechter in een veilig sportklimaat op de mat kan staan. Gelukkig begrijpen de meeste coaches dit prima en kan er vaak ook bij een lastige situatie door alle partijen begrip worden opgebracht voor de arbitrage.”
Hoe ziet voor jou als begeleider een wedstrijddag er uit?
"Zeker als je te maken hebt met cursisten kan begeleiden zeer vermoeiend zijn. Behalve het meekijken met de judo actie op de mat dien je ook de andere cursisten naast de mat actief te betrekken bij de wedstrijden. Dit kan bijvoorbeeld door te vragen wie ze als winnaar zouden aanwijzen als de tijd nu (halverwege de match) om zou zijn. Ook willen coaches wel eens langdurig doorpraten over een specifieke situatie en of ingrijpende beslissing, bijvoorbeeld bij een Hansoku-make. Ik vind dat je hiervoor wel de tijd moet nemen".
Kun je binnen arbitrage nog enkele aandachtpunten noemen? "Denk bijvoorbeeld aan het aanspreken van een collega scheidsrechter over het correct hanteren van de regels of een discussie met een coach over zijn gedrag richting een collega scheidsrechter. Een van de veel gehoorde punten op de applicatie en technische dagen van de scheidsrechters is dat men veel EK/WK judo ziet en te weinig ‘regionaal’ judo. Met beelden van jeugdwedstrijden, gemaakt in Assen, hebben we tijdens de afgelopen applicatie dag een begin gemaakt het meer regionaal te maken.
Heb je tot slot nog een persoonlijk advies?
"Houd je van judo, weet jij de scores ook altijd beter? Word scheids!"
Doc. OM/JM dec.’19
Judo Bond Nederland (JBN) heeft passie voor aikido, jiujitsu en judo en gelooft in de verbindende kracht van deze disciplines, die mens en samenleving versterken.