Jan Nip (54 jaar) uit Meppel, judoleraar B 3e Dan, jiu jitsuleraar A 2e Dan, Yawara-jitsuleraar A 1ste Dan en scheidsrechter judo 3B.
Blijf na je diplomering en lesgeven jezelf ook regelmatig bijscholen
Jan Nip is een enthousiast en veelzijdig budoka, die al jaren in meerdere Budo disciplines actief is. Jan vertelt wat zijn keuzes bepaalde en hoe hij deze in de praktijk beleeft.
Wat is je eerste kennismaking met de judosport?
Ik ben met judo begonnen in 1972, naar aanleiding van de Olympische Spelen in München, waar Wim Ruska 2 maal goud won. Dat wou ik ook! Ha, ha, blijk ik toch niet helemaal zijn bouw te hebben. Ik ben toen begonnen bij Johan Balk. Een jaar nadat Sportschool Guus Jurriens ophield te bestaan ben ik samen met enkele oud-judoka’s Stichting Sonkei Budo Meppel begonnen.
Wat spreekt je in deze sporttak het meest aan?
Tussen mijn 12de en 17de deed ik veel mee aan wedstrijden. Later ben ik meer de kant van de techniek op gegaan. Beide kanten zijn mooi.
Wat bepaalde met name jouw keus om judoleraar te worden?
Ik was helemaal niet van plan judoleraar te worden. Toen mijn dochter ging judoën en aan wedstrijden ging deelnemen besloot ik de cursus scheidsrechter judo te gaan volgen. Aangezien de coaches het niet altijd eens zijn met de scheidsrechters wilde ik ook hun kant van de judowedstrijd leren en ben ik begonnen met de opleiding Jeugd -judoleider. Van het een kwam het ander en wie A zegt moet ook B zeggen en voor je het weet ben je bevoegd judoleraar. En dan begint het eigenlijk pas. Je gaat je steeds meer verdiepen in de Budosport en komt er achter dat lang niet alles zo zwart/wit is als het door sommige mensen wordt verkondigd. Ik heb nog altijd moeite met mensen, die menen dat ze de wijsheid in pacht hebben en geen ruimte laten voor andere ideeën. Daarom ga ik ook naar bijna elke bijscholing van de NVJJL/JBN in Wijk bij Duurstede. Daar neem ik altijd weer dingen van mee. Meestal kom ik terug met nieuwe inspiratie en ideeën, zowel op techniek als op wedstrijdgebied.”
Wat bracht je er toe later om ook leraar jiu jitsu te worden?
Door allerlei omstandigheden was er van de “oude” jiu-jitsugroep, zoals die enkele jaren daarvoor bij Guus Jurriens bestond, niet zo heel veel meer over en toen kwamen zij aan mij vragen of ik die lessen ook zou willen verzorgen. Daar heb ik toen “ja” op gezegd, maar daar heb je een lerarendiploma voor nodig.
Afgelopen jaar heb ik ook nog, samen met nog 3 Jiu-jitsuka van onze budoclub, de lerarenopleiding Yawara-jitsu gevolgd. Yawara jitsu richt zich veel meer op zelfverdediging in de kleine ruimte, met veel gebruik van drukpunten en klemmen. Ik vind dat je dat, net als Brazilian Jiu Jitsu, niet moet zien als concurrentie, maar juist als een aanvulling op elkaar.”
Je bent ook scheidsrechter judo. Hoe beleef je deze activiteit?
“Scheidsrechter zijn is voor mij pure hobby. Ik vind het geweldig mooi om te zien hoe iedereen met de sport bezig is. Hoe men leert van fouten, teleurstellingen, maar ook van de wedstrijd die juist goed gaat, de techniek die lukt of de tactiek die werkt. Dat maakt dat je elke keer weer die mat op stapt.”
Heb je nog een goed advies voor onze (jongere) enthousiaste budoka?
Probeer zoveel mogelijk open te staan voor andere meningen, kijk bij anderen in de keuken, verdiep je daarin en behoud dan die dingen die het beste bij jou passen.
JN/JM febr. ‘19
Judo Bond Nederland (JBN) heeft passie voor aikido, jiujitsu en judo en gelooft in de verbindende kracht van deze disciplines, die mens en samenleving versterken.